verslag Nieuwjaarsreceptie/ledenvergadering 28/01/2019

Nieuwjaarsreceptie & ledenvergadering

 

Wellicht het laatste nieuwjaarsfeestje is nu ook achter de rug. Ook de afwezigen willen wij langs deze weg het allerbeste toewensen. Leuk om zien was dat er op 28 januari, vroeg in de avond, een aantal nieuwe gezichten opdoken. Enkele gepensioneerden blijven nog steeds trouw op post en als je goed rondom je keek dan kon je ook wat jong geweld opmerken. Het stemt ons zeer tevreden dat een 70-tal mensen zich inschreven, vaak al digitaal. We proberen meer en meer enkel van dit medium gebruik te maken. Zo proberen we alles te centraliseren. Vandaar het nieuwe mailadres vbkbestuur@gmail.com. Heb je vragen of heb je iets te melden, twijfel niet om ons te contacteren. Nu de fax en zelfs al het sms’je door de grote menigte afgedankt werden, springen wij met het VBK vlot mee op de kar. Mailen is de boodschap!

Omdat een vergadering met enkel een kasverslag maar droge kost is, zorgden we zoals de traditie het wil voor een glaasje bubbels en een hapje. We contacteerden DLV om te komen spreken over de nieuwigheden die map 6 binnenkort met zich zal meebrengen. Annelies Vermeiren is specialist ter plaatse. In eerste instantie bleek de nood niet al te hoog om de infosessie te starten. Het doel van elke parochiezaal in ons land wordt door het VBK in Lille meer dan ooit bereikt: Breng mensen met dezelfde interesses samen om te keuvelen over de passie van eender wie, en vergaderen wordt plots bijzaak. Mensen zoeken elkaar op om zich te informeren of om hun beklag te doen. Wees eerlijk, je gaat gegarandeerd met een voldaan gevoel naar huis. Na aandringen van onze voorzitter vond iedereen toch een plaatsje en waren we al snel aan de lippen van Annelies gekluisterd. En ja, er werd geregeld in het haar gekrabd of met het hoofd geschud. Wat zijn ze toch allemaal van zin? De onderwerpen waren dit keer meer dan hot! Er wordt zelf nog steeds aan gewerkt op het hoogste niveau. Doel is om MAP – 6 met de regering van lopende zaken nog af te werken voor de verkiezingen. Voor de afwezigen en de mensen die helemaal van hun sokken geblazen werden, lees hieronder de samenvatting. De integrale presentatie kan je terugvinden op de website www.v-b-k.be

 

Agendapunt 1: Plan-MER MAP 6

In het kader van de Europese MER-richtlijn werd recent een plan-MER opgesteld voor het ontwerp-mestactieprogramma voor de periode 2019-2022 (MAP 6). Uit dit document kunnen we al volgende zaken toelichten:

Beoordeling MAP-meetpunten
Op dit moment wordt ieder MAP-meetpunt individueel beoordeeld met als kritische waarde 50 mg nitraat/l oppervlaktewater. In MAP 6 zal afgeweken worden van deze manier van beoordeling. Er zal meer gebiedsgericht gecontroleerd worden, dit door middel van de afbakening van afstroomzones. In iedere afstroomzone zal de gemiddelde nitraatconcentratie berekend worden op basis van de waarden van iedere MAP-meetpunt. De streefwaarde voor dit gemiddelde zal vastgelegd worden op 20 mg nitraat/l oppervlaktewater. Het verschil tussen het gemiddelde en de streefwaarde wordt de doelafstand genoemd. Op basis van deze doelafstand zal ieder gebied opgedeeld worden in 4 verschillende klassen:

  • Type 0: In dit gebied wordt de streefwaarde van 20 mg nitraat/l reeds gehaald.
  • Type 1: Bij dit type is de streefwaarde reeds in zicht. De N-bemestingsnormen zullen hier wellicht weinig veranderen. Er zullen wel extra voorwaarden inzake het inzaaien van vanggewassen worden opgelegd.
  • Type 2 en 3: Hierbij wordt de doelafstand als middelgroot tot groot bestempeld. In deze gebieden zal afhankelijk van de grootte van de doelafstand bepaalde bijkomende maatregelen worden opgelegd.

Maatregelen

Met MAP 6 wil men realiseren dat de bodemkwaliteit verbeterd wordt, directe verliezen worden aangepakt en de bemesting uitgevoerd wordt volgens de 4 J’s (met de juiste mestsoort, op het juiste tijdstip, de juiste dosis en met de juiste bemestingstechniek).

Hierbij lijsten we een aantal hoofdlijnen op:

  • Het nog beter in kaart brengen van nutriëntenstromen. Dit door het systeem van correcte mestsamenstelling, zoals nu gekend is bij de varkens, verder te zetten, te verfijnen en uit te breiden. Door een betere controle en opvolging van de mestverwerkings- en vergistingsinstallaties. En ten slotte door de kennis van het kunstmestgebruik op landbouwbedrijven te verbeteren.
  • Brongerichte maatregelen met name maatregelen i.v.m. aangepaste voeders en management.
  • Bedrijfsdoorlichting met focus op nutriëntenstromen.
  • Sectorgerichte maatregelen met focus op evenwichtsbemesting in vollegrondsgroententeelt,  een actieplan voor het vermijden van nutriënten in  de grondloze tuinbouw en voor het vermijden van afspoeling van sappen uit natte biomassa.
  • Gebiedsgerichte maatregelen zoals een risicobeoordeling als basis voor de bemesting, inzaai van vanggewassen, meer mestopslagcapaciteit enz.
  • Stimuleren van teelttechnieken en specifieke meststoffen die de bodemkwaliteit verbeteren.

 

Agendapunt 2: Sloopopvolgingsplan

Wie een omgevingsvergunning nodig heeft voor zijn sloop- en afbraakwerken moet vanaf 5 juni 2018 in een aantal situaties een sloopopvolgingsplan laten opmaken. Dit moet worden toegevoegd bij het aanvraagdossier én bij de aanbestedingsdocumenten of de prijsaanvraag.

Wat is het?
Het sloopopvolgingsplan is de reeds bestaande sloopinventaris, maar dan meer gedetailleerd en gecontroleerd. Hiermee hoopt men de afbraakwerken correct en met maximale verwijdering van gevaarlijke stoffen te laten verlopen.

Wanneer heb ik een sloopopvolgingsplan nodig?
Heb je renovatiewerken, sloopwerken of ontmantelingsactiviteiten op de planning staan? Heb je hiervoor een omgevingsvergunning nodig? Dan is de kans reëel dat je een sloopopvolgingsplan moet laten opmaken, mits één van onderstaande criteria van toepassing is op jouw gebouw:

  • Het totale bouwvolume is groter dan 1.000 m³ voor niet residentiële gebouwen, zoals bv. stallen en loodsen
  • Het totale bouwvolume is groter dan 5.000 m³ voor alle, hoofdzakelijk, residentiële gebouwen
  • Infrastructuurwerken of onderhoudswerken aan infrastructuur met een volume groter dan 250 m³

Als landbouwbedrijf zit je al snel boven de 1.000 m³, dus het is belangrijk om je goed te informeren.

Wat houdt het in?
Tijdens sloop- of ontmantelingswerken kunnen verschillende materialen vrijkomen, deze worden in een overzicht opgenomen in het sloopopvolgingsplan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de gevaarlijke en niet-gevaarlijke stoffen en materialen. Per afvalstof dient men de aanwezige hoeveelheid, het type, de locatie en de verschijningsvorm op te geven. Daarnaast moet ook beschreven worden hoe de afvalstoffen ingezameld, opgeslagen en afgevoerd zullen worden.

Erkende sloopbeheerorganisatie
Tracimat vzw bekwam in augustus 2017 een erkenning als sloopbeheerorganisatie. Na de sloop kun je een verwerkingstoelating bekomen waarmee de breker het LMPR (laagmilieurisicopuin) kan aanvaarden. Hierdoor kan je hoogoplopende kosten vermijden. Wanneer het puin dat vrijkwam bij de sloop- en afbraakwerken volgens de regels verwerkt is, ontvang je van Tracimat een sloopattest als einddocument.

Van sloopopvolgingsplan naar sloopbeheersysteem
Na de opmaak van het sloopopvolgingsplan kan de opdrachtgever ervoor kiezen om in te stappen in een sloopbeheersysteem. Tracimat vzw is voorlopig de enige erkende sloopbeheerorganisatie die de kwaliteit en opvolging van dit systeem controleert. Zij kunnen bij een correct sloopopvolgingsplan een sloopattest afleveren dat bewijst dat de sloopwerken conform de nieuwe regels werden uitgevoerd.
Een attest van Tracimat kan je heel wat geld besparen bij de verwerking van het afval. Puin dat aanzien wordt als laagmilieurisicopuin kan immers vlotter verwerkt worden door de breekinstallatie. Het doel van dit alles is om de restverontreiniging in het puin te beperken door selectief te slopen en de afvalstoffen van bij het begin te sorteren op soort.

Agendapunt 3: Betaal(de) ik te veel op mijn waterfactuur?

Wie het afvalwater individueel moet zuiveren met een IBA, hoeft logischerwijs geen saneringsvergoeding te betalen. Toch werd er al foutief gefactureerd aan enkele bedrijven in zo’n gebied zonder riolering. DLV speurde fouten op, en we zijn dan ook blij dat de rechtzetting van die foutief aangerekende vergoedingen begonnen is.

Als je bedrijf volgens de zonerings- en uitvoeringsplannen in een ‘rode cluster’ of een ‘individueel te optimaliseren buitengebied’ ligt, wil dat zeggen dat er geen riolering is. Daar moet het afvalwater dus individueel gezuiverd worden met een individuele behandeling van het afvalwater (IBA). Het is dan ook logisch dat de dienst eigen waterwinners geen (boven)gemeentelijke saneringsvergoeding mag aanrekenen in die gebieden. Toch werd er in het verleden al meermaals onterecht gefactureerd.

Tijdens de afgelopen voorjaarsadministratie vroeg DLV aan zijn klanten om hun waterfacturen mee te brengen om zo’n fouten op te sporen. Het terugstorten van die foutief aangerekende vergoedingen is sinds kort gestart, en gaat zelfs tot meerdere jaren terug. Dat geeft velen een welkom financieel duwtje in de rug.

Wil je meer weten over Map 6, je waterfactuur of wens je hulp bij het opmaken van zo’n sloopopvolgingsplan? Contacteer DLV voor meer info. We willen deze firma, Annelies in het bijzonder, graag danken voor hun tijd en inzet!