Het recept van deze jaarlijkse vergadering staat ondertussen vast. De ingeschreven leden worden welkom geheten door de blauwhemden van het bestuur met een glaasje bubbels om te toasten op het nieuwe jaar. Wat ook vast staat is dat meer en meer leden de afgelopen jaren de weg vinden naar het Parochiecentrum in Lille. Dit juicht het bestuur uiteraard alleen maar toe en dit motiveert tegelijk om op zoek te blijven gaan naar sectorgerelateerde ‘hot topics’. Dit jaar kwam iedereen zijn oor te luisteren leggen over de verzamelaanvraag, mest, luchtwassers, windmolens, pensioen en fiscaal voordelige producten. Hierbij kwam vanuit het VBK de voorstelling van de nieuwe website www.v-b-k.be en het kasverslag van afgelopen boekjaar. Dit is best een rijk gevulde agenda te noemen! Een kleine versnapering, heerlijke belegde broodjes en de gezellige sfeer onder de collega’s maken het in Sint Pieter aangenaam vertoeven.
Dieter Verheyen van CDK verzekeringen
Deze vakspecialist nam het woord in verband met mogelijkheden en spaarplannen om een mooie buffer op te bouwen voor uw pensioen. Want als zelfstandige werk je hard en met wat geluk verzamel je tijdens je loopbaan mooie inkomsten. Maar wat doe je als je plots niet meer kan werken en wat doe je met je pensioen?
Als zelfstandige kan en mag je niet rekenen op een spaarboekje alleen en ook niet op je wettelijk pensioen aangezien dat vrij laag is. Bovendien kan je ook minder rekenen op de sociale zekerheid.
Je gaat als kalverhouder dus best op zoek naar alternatieven zoals het vrij aanvullen pensioensparen voor zelfstandigen en de individuele pensioentoezegging voor zelfstandigen. Zo zorg je zelf voor een mooie buffer. Zelfstandigen of bedrijfsleiders die hun levensstandaard na de actieve loopbaan op peil willen houden, vullen hun wettelijk pensioen best aan met een vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen of VAPZ.
Voor elke zelfstandige met of zonder vennootschap is een VAPZ een absolute noodzaak. De premies zijn volledig aftrekbaar als beroepskost. Dit levert al snel een belastingbesparing op van 50%. Bovendien betaalt de zelfstandige minder sociale bijdrage wat een bijkomende besparing van 22% oplevert. Er is geen verzekeringstaks en er geldt een zeer gunstige regeling voor belasting op het eindkapitaal. Op die manier kom je tot een maximalisatie van het fiscaal voordeel.
Met een VAPZ kunt u per jaar maximum 3187 EUR sparen voor uw pensioen. Als u een vennootschap hebt, kunt u uw pensioen nog verder opbouwen via een IPT of individuele pensioentoezegging voor zelfstandigen.
Voor een zelfstandige met een vennootschap is een IPT een geschikte oplossing. De vennootschap betaalt de premies voor het aanvullend pensioen. Het is ook een fiscaal interessante oplossing voor de onderneming, omdat de gestorte premies fiscaal aftrekbaar zijn voor zover het gevormde pensioenkapitaal de grens van 80% van het laatste bruto jaarsalaris niet overschrijdt. Dit is de zogenaamde 80% regel.
U kunt u als bedrijfsleider met een IPT ook bijkomend verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid of een aanvullende overlijdenswaarborg afsluiten. Zulke aanvullende verzekering kan zorgen voor een aanvullend kapitaal bij een vroegtijdig overlijden of voorziet in een vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid. Uiteraard een aanrader voor elke bedrijfsleider gezien zijn inkomen afhankelijk is van zijn bedrijf. Op die manier kan hij/zij het inkomensverlies compenseren bij langdurige ziekte.
IPT of VAPZ zijn verzekeringsproducten op maat voor de zelfstandige bedrijfsleider.
U doet dus best beroep op de specialist om u bij te staan in de fiscale optimalisatie van uw bedrijf.
Patrick Herijgers van DLV had een hele rits van onderwerpen voorbereid om ons op de hoogte te brengen van nieuwe regelgevingen.
Vlareme: Wat wijzigt er voor mijn bedrijf?
Wat betreft het mestdecreet is de VLAREME (Vlaamse reglementering mest) aangepast, dit is een bundeling van diverse uitvoeringsbesluiten. VLAREME I kennen we sinds begin 2017. VLAREME III is gepland voor de verkiezingen van 2018. Logische tussenstap waar we momenteel mee moeten werken is uiteraard VLAREME II die in werking is vanaf 1/1/2018. Inhoudelijk moet de landbouwer een keuze maken in verband met zijn mestafzet. Ofwel moet dit op forfait, ofwel op analyses. De landbouwer krijgt een keuze per mestsoort, per kalenderjaar, per exploitatie e.d. Deze keuze voor forfait of analyse dient uiterlijk op 15 februari bekend te zijn, of vroeger! Doe je dit niet dan gebeurt dit op forfait (tenzij je voorgaande jaren voor analyse had gekozen). Je moet dit doen voor elk transport (burenregeling, MAD, overdrachten, …), aangifte stocks, afzet op eigen gronden, bemestingsplan en bemestingsregister.
In verband met de mestafzet op analyses met betrekking tot mestkalveren krijg je de keuze: individuele vrachtanalyse, of een gemiddelde van 2 of meer vrachtanalyses of een putstaal. Let er op dat de massabalans ook belangrijk is! Ongeveer 3 m³ per mestkalf wordt gehanteerd. Kies je voor vrachtanalyse, weet dan dit is op 1 vracht (met nummer transportdocument op analyseverslag).
Maak je de keuze voor het gemiddelde van 2 of meer vrachtanalyses dan mag er maximum 7 dagen tussen de eerste en laatste vracht zijn. Dit moet op soortelijke vrachten en op het loket raadpleegbaar. Deze blijven 3 maanden geldig na de eerste monstername.
Het putstaal zal vooral gekozen worden in de vleeskalversector. Deze wordt uit 1 opslag genomen wordt door een erkend labo onderzocht. Deze blijft drie maanden geldig na de monstername, enkel voor transporten uit die opslag. De opslag mag niet significant wijzigen van samenstelling (normale dierlijke productie is wel toegelaten).
In geval van geen geldige analyse kom je voor de ontvanger op forfait OF de mestbank bepaalt de samenstelling op basis van analyses. Voor de producent kom je echter als afzet op nul afgezette nutriënten!
SMIL (Staalname Mest Internet Loket) wordt verplicht voor alle meststalen. De vroegere voormeldingsplicht wordt een aanmeldingsplicht (ten laatste bij aankomst in het labo). Alle analyseresultaten van aangemelde stalen komen via SMIL rechtstreeks naar de mestbank. Vanuit SMIL gaat dit automatisch naar MTIL (MAD, attesten en mestbankloket (BU, …).
Andere wijzigingen zijn dat percelen kleiner dan 0.5 ha (in niet focusgebied) automatisch zullen behoren tot fosfaatklasse III.
Luchtwassers bij mestkalveren?
In de PAS/IHD lijst vanaf november 2017 zijn chemische luchtwassers opgenomen voor vleeskalveren. Deze zouden zorgen voor 70% ammoniakreductie. Er zijn geen reducties voor geur of stof vastgelegd. Er zijn tot hier toe geen stof of geurmodelleringen nodig voor uitbreidingen van kalveren, tenzij het er meer zijn dan 2.500 (MER ontheffingsdossier). Bij deze techniek wordt de ammoniakuitstoot beperkt door de ‘vuile’ stallucht door pakkingmateriaal te sturen. Dit pakkingsmateriaal moet een hoge porositeit en een groot specifiek oppervlak hebben. Het materiaal wordt continu met wasvloeistof besproeid. Wanneer de ventilatielucht door het wassysteem passeert, wordt de ammoniak opgevangen in het waswater waarna de gereinigde lucht het systeem verlaat. Door toevoeging van zwavelzuur aan de wasvloeistof wordt de aanwezige ammoniak omgezet in een zout en met het spuiwater (overblijvend water) afgevoerd.
Energie en windmolens
Patrick Herijgers geeft de tip om te investeren in zaken die uw bedrijf echt beter maken. Uw vraag is: Is dit financieel voordelig? Kan ik financieel onafhankelijk zijn op vlak van energievoorziening? Biedt deze investering financiële zekerheid? Wat met het milieu?
Slecht 1/3 van uw factuur is de prijs van uw energie op zich! Dit is interessant om verder te bekijken. De rest de prijs zit hem in transport, heffingen en distributie.
Veel antwoorden vind je al in de terugverdientijd. Deze cijfers spreken voor zich. Een zonneboiler is op ongeveer 8 jaar winstgevend, een recente verwarmingsketel kan al terugverdiend worden op ongeveer 2 jaar. Ook verlichting en sluimerverbruik zijn belangrijke zaken om uw energiefactuur naar beneden te halen. Voor specifieke adviezen voor uw bedrijf is een energie-audit aan te raden. Sowieso is het voor iedereen, als gezin of als bedrijf,mogelijk interessant om geregeld over te schakelen van leverancier. Weet wel dat u slecht op 1/3 van uw factuur kan besparen aangezien de distributie- en transportkosten vast liggen. Online kan u al een test doen op https://vtest.vreg.be voor bedrijven met een verbruik van minder dan 50.000 kWh.
Het investeren in een eigen elektriciteitscabine is een significante investering, maar is mogelijks ook snel terugverdiend. Je wordt hierbij afnemer van het middenspanningsnet. Bij een verbruik van +- 100 MWh, rekenen we op 6 à 8 jaar en een uitgebreide netstudie van de netbeheerder is noodzakelijk. Denk ook aan milieukundige en bouwkundige randvoorwaarden. Hier heb je snel een omgevingsvergunning voor nodig.
Is het nog interessant om te investeren in hernieuwbare energie? De belangrijkste parameters zijn hierbij hoogte en verbruik van uw profiel, fiscale voordelen/subsidies, aansluitingsvermogen (<10kVA dan kan je werken met een terugdraaiende teller (toekomst slimme meter)). Zit je boven 10kVA dan kan je de stroom verkopen aan de marktprijs met daarbij mogelijk ook groenstroomcertificaten, maar de verkoop van stroom brengt erg weinig op.
Bij zonnepanelen is de oriëntatie van uw bedrijf, een terugdraaiende teller, het prosumententarief en de terugverdientijd belangrijke overwegingspunten. Qua productie met zonnepanelen kan je best steeds onder het eigen verbruik blijven. Bij windmolens speelt uiteraard de gemiddelde windsnelheid zeer belangrijk. Een grondige windstudie is raadzaam samen met de geografische ligging. De ashoogte van uw rotor is een zeer interessante factor om te bekijken. Zijn er obstakels in de buurt? In de regio Antwerpse Kempen zijn we benadeeld op vlak van windsterkte ten opzichte van de polders. De investering waarmee u rekening moet houden is voor een verbruik van 95 kW om en bij de 300 000€. Op vlak van vergunning kennen we allemaal het fenomeen van de schitterende manier van hernieuwbare energie, maar NIMBY is even bekend. Dit staat voor Not In My BackYard (niet in mijn achtertuin). U kan rekenen op groenstroomcertificaten van 93 euro voor een nog te bouwen turbine die minder dan 10 kW opbrengt tot 4 MegaWatt gedurende 10 jaar.
Voor windmolens is er de nieuwe VLIF mogelijkheid gekomen. Algemene regel is dat de productie moet afgestemd zijn op het bedrijf op jaarbasis. Een landbouwer is geen energieboer! Eigen productie moet dus onder het eigen verbruik blijven.
Andere opties zijn alternatieve brandstoffen zoals pellets of houtturbines. Ook kleinschalige vergisting met WKK zoals in de melkkoeiensector is een optie al zijn de rendementen vrij klein.
Samengevat kan je als bedrijf best in eerste instantie proberen om minder te verbruiken, vervolgens uw energiecontract vergelijken, en dan hernieuwbare energie overwegen.
Aandachtspunten verzamelaanvraag en wijzigingen vergroening
Waarom moet een landbouwer een verzamelaanvraag correct invullen? Alle landbouwers die meer dan 2 ha in gebruik hebben, moeten dit doen. De koppeling met de Mestbank voor bemestingsrechten en derogatie bestaat. De verzamelaanvraag is belangrijk voor de uitbetaling van diverse premies. Het is ook de basis voor een eventuele terugbetaling bij een weerramp. Hierbij is de aanduiding van de hoofdbestemming A (premierechten), G (bemestingsrechten) en I (in gebruik name) belangrijk.
Vanaf 2018 gaat de Mestbank in focusgebieden controleren op de 1 meter teeltvrije zone. Langs alle waterlopen van het GRB (Grootschalig Referentie Bestand) en VHA (Vlaams Hydrografische Atlas) is deze teeltvrije zone van toepassing. Hierop mag geen bodembewerking plaats vinden, en ook geen bemesting of gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Deze waterlopen vind je terug op het e-loket onder blauwe arcering, blauwe en paarse stippellijn. De 1 m vrije zone moet niet apart ingetekend worden, en de bemestingswaarde en premiewaardigheid blijft gelden voor het volledige perceel. De 1 meter zone kan ook gebruikt worden als EAG (Ecologisch Aandachts Gebied), maar dit weegt niet hard door.
Enkele vergroeningseisen zijn aangepast in 2018: zo zal de uiterlijke inzaaidatum van groenbedekkers voor EAG verlengd worden van 30 september naar 31 oktober voor de zandleemstreek en andere streken (zoals de zandstreek). Ook zal de wegingsfactor voor vlinderbloemige gewassen stijgen van 0,7 naar 1, maar er komt hiervoor wel een verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Het verplicht aan te leggen areaal EAG blijft voor 2018 op 5%, en zal dus niet stijgen naar 7% zoals eerder gecommuniceerd door de overheid.